Op een familiefeest (kerst 1980) brengt Isa haar nieuwe vriend mee: Brüno, een blonde, stoere meubelmaker. Haar broer Nicolas wordt onmiddellijk verliefd op hem. Wanneer Isa twee jaar later bij een bomaanslag om het leven komt, bekommeren beide mannen zich om haar zoontje Jérémy en besluiten samen te gaan wonen. In Nicolas' vriendenkring sterven veel vrienden aan aids. Een jonge arts ontdekt dat er ook mensen seropositief zijn door bloedtransfusies en constateert dat dat ook het geval bij Brüno is. Omdat zij dit niet naar buiten mocht brengen wordt ze op staande voet ontslagen. Steeds vaker komt Brüno in het ziekenhuis terecht, maar iedere keer weer komt hij er boven op. Nicolas en Brüno blijven samen en komen ieder weekeinde met de rest van Nicolas' familie en vrienden bij elkaar.