Oktober 1960. De 19-jarige Charlie beproeft zijn geluk als rock-'n-rollmuzikant op de Reeper Bahn. Zijn moeder Elfi heeft haar handen vol aan haar zieke moeder, haar onstabiele echtgenoot Viktor, dochter Moni, die eindelijk op eigen benen wil staan, en haar baan als kleermaker. De familiefabriek Berkowitz ontwikkelt zich uitstekend en zelfs de houtzagerij Ulmendorff in Salzburg heeft iets te zeggen over het opkomende economische wonder. Ferencz komt om bij een auto-ongeluk. Zijn vrouw Valerie is zwanger van haar minnaar, de schilder Ramsacher. En de behendige Hasak blijft zijn intriges voor zijn eigen voordeel verzinnen, wat zelfs in de jaren zestig niet echt het geval lijkt te zijn.