Hoog op de Griekse bergen ligt een afgelegen dorp waarvan de inwoners sterk geloven in mythen en bijgeloof. Peter is een tiener die is opgegroeid in deze verstikkende omgeving bij zijn strenge grootmoeder en overbezorgde moeder, die hem sinds zijn geboorte dwingen een beschermend masker voor zijn ogen te dragen. Peter lijdt aan een “oogziekte” en hij verliest geleidelijk zijn gezichtsvermogen. Voordat hij volledig blind wordt, zullen hij en zijn beste vriend Aemon van huis reizen en naar de plek gaan waar ze het meest naar verlangen: om het uitzicht te zien vanaf de top van de recent gebouwde windturbines. Door hun avonturen zal Peter volwassen worden en de pijnlijke waarheid leren over zijn oogaandoening en de leugens die hem zijn verteld. Hij zal begrijpen dat hij, om zijn reis te voltooien, zijn eigen ogen moet opofferen.